Soedan, tellen of wegen?

Welke dag is het vandaag? Ik ben de tel een beetje kwijt. In ieder geval ben ik heel blij om al jullie enthousiaste reacties op mijn blog te zien! Hopelijk begrijpen jullie dat ik niet op alle reacties afzonderlijk reageer. Er is sinds 2005 heel wat veranderd in de Tour d’Afrique. Voor een deel hebben de Chinezen dat op hun geweten. Zij hebben het Afrikaanse continent ontdekt en overspoelen het met asfalt en andere infrastructuur, ongetwijfeld in ruil voor rechten op natuurlijke rijkdommen. Dankzij hun zijn dirt, gravel en potholes vervangen voor langgestrekte stukken perfect asfalt. Vroeger was de Tour d’Afrique een race maar met ingang van 2018 is het geen race meer, de snelle rijders gaan nog steeds snel, maar zij kunnen nu ook rustig een langzame etappe rijden zonder consequenties voor hun plaats in het klassement. In vergelijking met 2005 is onze tour een makkie. Ook zullen wij bijna altijd mobiel bereik hebben, op enkele dagen na. De kwaliteit van het netwerk kan sterk variëren, dat hebben we al gemerkt, maar als je direct na de call for prayer het internet op gaat kun je een kwartiertje profiteren van de onbenutte bandbreedte tijdens het gebed. Op zaterdag na de vorige rustdag vertrekt onze grote truck rond 6.30 vanuit Abu Simbel met in zijn kielzog de lunch truck, de security, een konvooi van zo’n 30 fietsers en natuurlijk onze uitgebreide politie escorte. Vandaag nemen we afscheid van onze Egyptische beschermers en zullen we de grens met Soedan overgaan. Er staat een overtocht van het gigantische stuwmeer met een veerpont op het programma, gevolgd door 35 km fietsen, de grensovergang en weer 35 km fietsen naar het volgende kamp in Wadi Halfa. Sportief gezien geen enkel probleem maar de formaliteiten bij de grens zullen een grote uitdaging zijn voor ons geduld, zo voorspelt Tallis onze tour director. De overtocht met de veerboot is een avontuur op zich. Het aantal vrachtwagens wat men op de boot weet te krijgen is ongelooflijk! Geen centimeter blijft onbenut. Dat ondervindt ook de peperdure Harley Davidson van Paul, een Nederlandse toerist die we bij de pont ontmoeten. Door het manoeuvreren van de vrachtwagens gaat de boot flink heen en weer en valt zijn stoere motor om. Het ding weegt 400 kg en er zijn ongeveer zeven kleine Egyptenaren nodig om de Harley weer overeind te krijgen. Paul kan er niet om lachen. Dat snap ik. Verder zijn er geen problemen en na een klein uurtje varen kunnen eindelijk weer een stukje door de woestijn fietsen. Wanneer we nog maar een kwartier onderweg zijn klinkt er een harde klap en een korte felle sis. Uit een snelle inspectie van de achterband blijkt dat een schroef van zo’n vier centimeter zich dwars door het rubber heeft geboord. Tijd om mijn achterband te vervangen. Alle fietsers die langskomen stoppen om te helpen en met zo’n twaalf man is de klus snel geklaard. We fietsen zo snel we kunnen naar de grenspost. Onze haast maakt plaats voor het broodnodige geduld want na het invullen van naam, adres, paspoort, reisdoel, bestemming, herkomst, nationaliteit, en nog veel meer details op minimaal vier formulieren, duurt het ongeveer vier uur voordat de Egyptische autoriteiten ons het land laten verlaten en de Soedanese autoriteiten ons welkom heten. Dat doen ze dan wel heel erg hartelijk! Nog 35 km te gaan, waarvan 30 voor de wind en 5 tegen, en die proberen we in een groepje van vijf zo hard mogelijk af te leggen. De energie die we in de wachtkamers hebben opgespaard moet er kennelijk uit. Dan zijn we bij Wadi Halfa waar we ons eerste kamp in Soedan opslaan. We kopen een lokale sim-kaart en we wisselen geld. Als je honderdvijftig US dollar in wisselt in briefjes van vijftig en twintig Soedanese pond dan krijg je zo’n grote stapel geld dat je je een rijk man voelt. Alistair, met wie het inmiddels weer helemaal goed gaat, vraagt zich af of hij de stapel biljetten moet tellen of wegen? Ons kamp is in een park in het piepkleine stadje. ‘s Avonds kunnen we daar koffie drinken en enkelen van ons proberen de sisha. Deze keer smaakt ‘ie naar munt, ik ben er niet kapot van. De koffie hier lijkt op Turkse koffie en is erg lekker! Een welkome afwisseling met de instant koffie waar we het in Egypte regelmatig mee moesten doen. Op zondag zullen we 150 km door de Soedanese woestijn rijden. De instructies die Tallis geeft zijn simpel: “Links af het kamp verlaten en na 150 km rechts naast de weg je tent opzetten.” Daar hebben we geen gps voor nodig. Ik rij rustig en ik kom steeds in een andere groep terecht. De omgeving bestaat voornamelijk uit zand, maar tijdens de rit verandert de kleur van het zand van goudgeel naar grijs en er verschijnen antraciet grijze rotsen die langzaam maar zeker groter worden en uiteindelijk overgaan in kleine rotsgebergte. Ryan, onze lunch truck driver uit Canada, verzorgt weer een prima lunch. Pita brood met komkommer, tomaten en eiersalade. Ook staat er gelukkig weer pindakaas voor de liefhebbers zoals ik. Na de lunch rij ik samen met Frank uit Canada. Hij is een ervaren fietser en een geweldige fotograaf. Gelukkig vindt hij het leuk om mij uit te hoe hij zijn foto’s maakt en regelmatig stoppen we even zodat ik onder zijn begeleiding kan proberen om de schoonheid van dit prachtige landschap vast te leggen. Het is leuk. We bereiken rond twee uur ons kamp. Het is weer een woestijnkamp, vlakbij een heel klein dorp, en we zijn volledig aangewezen op de faciliteiten van onze grote truck. De Nijl is vlakbij en we nemen een fris bad in het snel stromende water. Tot zonsondergang is iedereen erg blij met de schaduw van de grote truck. De volgende dag is het maandag en zullen we niet fietsen. Vanwege de vakantiedag van de douane die een extra rustdag in Luxor tot gevolg had, moeten de verloren tijd inhalen dan dat doen we met de bus. Of eigenlijk met twee minivans, waarin je met 1.92 m tamelijk opgepropt zit, onze grote truck, de lunch truck, onze security en een grote truck voor onze fietsen. Die laatste is normaal gesproken ongetwijfeld in gebruik voor het transport van kamelen. Ik merk dat ik moe ben want af en toe vallen mijn oogleden even dicht. Na 261 km slaan we ons kamp op bij Dongola, vlak aan de Nijl, en het is weer een perfecte plek voor een frisse duik. Het stadje Dongola is gezellig en chaotisch druk, iedereen is heel erg vriendelijk, en ze serveren er heerlijke limoen-kip, falafel en bonen. De stapel geld is na het bezoek aan de stad nog maar nauwelijks geslonken. Op dinsdag is er een sightseeing trip naar enkele van de 293 Soedanese pyramides. Op zich heel erg aantrekkelijk, ware het niet dat de trip onder andere uit vier uur minivan bestaat. Dat ken ik nu wel en daarom blijf ik lekker ontspannen in het kamp. Ik ben niet de enige. Het geeft me de tijd om de was te doen, alle electronica op te laden, en om deze blog te schrijven met uitzicht op de Nijl, en zodadelijk op zoek te gaan naar een limoen-kip maaltijd. Ik weet het inmiddels weer, het is dinsdag vandaag. Deze ontspannen rustdag op onze tocht naar Kaapstad bevalt me prima.

12 gedachtes over “Soedan, tellen of wegen?

  1. Leuk om zo met je mee te reizen Aedo!
    Bijzondere reis die je aan het maken bent! Ik kijk uit naar nog meer verhalen en foto’s. Ga door met genieten!
    Groet Anneline

    Like

  2. Beste Aedo,
    Fantastisch verhaal en foto’s weer!
    Is de kip goed gevallen?
    Aan Sudanese kip bewaar ik matige herinneringen.
    In Omdurman werden wij in 2005 in het plaatselijke voetbalstadion met veel egards ontvangen: met onze fietsen aan de hand liepen we door een haag van jeugdspelers die vreemd genoeg in het alcoholvrije Sudan allemaal een Carlsberg shirtje aan hadden.
    De Sudanese minister voor Cyclotoerisme in Sudan ( ? ) hield een ronkende toespraak: al het nieuws over misstanden in Sudan was “fake news”. Alle deelnemende landen aan de TDA werden met name genoemd en welkom geheten. Vervolgens tracteerde de minister op Cola en kip met patat.
    Mijn advies: drink de Cola op en bedank voor de kip.
    In 2005 had deze kip een ware epidemie aan gastrointestinale ellende bij de deelnemers tot gevolg waar we tot in Ethiopie plezier van hadden.
    Ik begrijp dat er geen algemeen of landenklassement is. Is er nog wel een EFI klassement?
    Heel veel succes en dank voor de prachtige verhalen,
    Marius

    Like

Plaats een reactie